Bernardus Hetterschijt 07-07-1834
Bernardus Hetterscheidt (Hetterschijt) werd geboren in Aerdt op 7 juli 1834 als zoon van Hendrik Hetterscheidt (Hetterscheijt), landbouwer op de Beuningse hof, en Hendrina Wichers. Hij trouwde op 19 augustus 1861 te Lobith (kerkelijk te Herwen) met Hendrina Harmsen (Hermsen), geboren in Oud-Zevenaar op 12 december 1834. Uit hun huwelijk kwamen negen kinderen voort, allen te Aerdt geboren en van wie er twee jong overleden.
Na de aankoop van de Neckelmans hofstede bleef Bernardus Hetterschijt met zijn gezin bij zijn vader in Aerdt en de hofstede in Herwen werd verpacht aan Theodorus Teunissen, die later een nieuw huis bouwde op de Koevert (zie De Waordsman 2002/2-3).
Bernardus Hetterschijt overleed in Aerdt op 15 december 1877, waarna zijn weduwe in 1878 hertrouwde met Antonius Vreden, van wie zij nadien weer van tafel en bed was gescheiden. In 1883 verhuisde zij met haar tweede echtgenoot Anton Vreden, haar schoonvader Hendrik Hetterscheijt en de kinderen uit haar eerste huwelijk naar de Kruisdijk in Herwen.
Ten behoeve van een boedelscheiding met het oog op het voorgenomen huwelijk van haar zoon Johannes Hendrikus Hetterschijt werd bij akte d.d. 23 september 1896 het totale bezit van de weduwe Hetterschijt-Harmsen geschat. De hofstede in Herwen met toebehoren kwam op een waarde van 8000 gulden en de hofstede in Aerdt op 1100 gulden. Met de roerende goederen ten bedrage van 1400 gulden stond het totaal op 10500 gulden. De hypothecaire leningen bedroegen 9100 gulden, zodat het saldo 1400 gulden was. Daarvan kwam de weduwe 700 gulden toe en voor de zeven kinderen elk 100 gulden. Die kinderen waren Hendrina Theodora Hetterschijt getrouwd met Frederik Wilhelm Kersten tabaksplanter wonende te Huthum, Theodorus Hendrikus Hetterschijt bakker wonende te Arnhem, Johanna Maria Hetterschijt gehuwd met Arnold Frederiks tabaksplanter wonende te Driel, Hendrikus Everhardus Hetterschijt bakker wonende te Arnhem, Everhardus Johannes Hetterschijt smidsknecht wonende te Arnhem, Wilhelmina Hetterschijt wonende te Herwen en Johannes Hendrikus Hetterschijt bakker in Herwen: Van de onroerende goederen behield Hendrina Harmsen het vruchtgebruik onder de last de rente van de schulden te betalen. De blote eigendom ervan werd toegewezen aan haar zoon Johannes Hendrikus Hetterschijt met de verplichting aan ieder van de overige deelgenoten 100 gulden uit te keren. Op 25 april 1899 verkocht Hendrina Harmsen aan haar zoon het recht van vruchtgebruik, zodat Johannes Hendrikus Hetterschijt de volle eigendom verkreeg. De overdracht gebeurde tegen een
'lijfrente van 2 gulden en 50 cent in de week, gevestigd op het
lijf
van verkoopster en door koper aan
laatstgemelde te voldoen in driemaandelijkse termijnen'
Op 3 april 1905 diende Johannes Hendrikus Hetterschijt een aanvrage in-voor het oprichten van een bakkerij op het kadastrale perceel B 983 aan de Kruisdijk met huisnummer A 51. Maar bij schrijven van 27 april daaropvolgend liet hij weten de geschetste inrichting anders te willen uitvoeren dan op de tekening stond, waarom hij besloten had zijn aanvrage in te trekken en een nieuwe te willen indienen. Aan de tweede versie werd na toestemming door de inspectiedienst door burgemeester en wethouders van de gemeente Herwen en Aerdt op 3 juni 1905 goedkeuring verleend
'onder bepaling dat de inrichting voltooid en in werking gebracht moet zijn voor 1 Augustus 1905'.Johannes Hendrikus Hetterschijt 16-02-1866
Hij werd op 16 februari 1866 in
Aerdt geboren en was behalve landbouwer ook bakker van beroep. Zijn
vaardigheden als broodbakker heeft Jan Hetterschijt, net als twee van
zijn broers, ongetwijfeld opgedaan op de Beuningse hof in Aerdt waar op
de boerderij een apart bakhuis stond. De verhuizing vanuit Aerdt naar de
Kruisdijk in Herwen was wellicht ook bedoeld om daar een beter resultaat
te behalen. Bij schrijven van 7 juli 1885 werd door Theodorus Hendrikus
Hetterschijt (Hetterschijdt) een aanvrage ingediend bij het
gemeentebestuur om een vergunning te verlenen tot het vestigen van een
broodbakkerij in het pand A 47 te Herwen (dezelfde vestigde in 1922 een
bakkerij aan de Herwensedijk, nu huisnummer 52-54). De bakkerij aan de
Kruisdijk werd voortgezet door Johannes Hendrikus Hetterschijt en door
hem in 1905 heringericht. In een daarop betrekking hebbende brief d. d.
25 april 1905 vanwege de hinderwet is dan ook sprake van een
'verbouwing door J.H. Hetterschijt, bakker te Herwen, van zijne
broodbakkerij op het perceel gelegen te Herwen, wijk A 51, kadastraal
Herwen sectie B 983'.
De aanvraag voor de
herinrichting van de bakkerij volgde op een aantal wijzigingen in de
bebouwing van de hofstede aan de Kruisdijk in 1899 en 1900, waarbij
onder meer het huisje van Overdreef verdween en er een schuur werd
gezet. In die periode werd ook de buitendijks gelegen Scheperskamp
aangekocht. Johannes Hendrikus Hetterschijt trouwde op 19 oktober 1896
te Lobith met Hendrina Bendina Peters, geboren te Herwen op 30 november
1872, dochter van Lambertus Peters en Berendina Overdreef. Uit hun
huwelijk kwamen zeven kinderen voort, onder wie een jong overleden
dochter.
Het boerenbedrijf aan de
Kruisdijk werd in 1947 door de ouders Hetterschijt-Peters overgedragen
aan hun zoon Hendricus Everhardus Hetterschijt, terwijl het bakkersvak
door Johannes Hendricus Hetterschijt junior aan de Keurbeek werd
voortgezet. De zoons Lambertus Johannes en Everhardus Johannes
Hetterschijt waren toen slager in Lobith en Wilhelmus Hendricus was
slager in Westervoort. Theodorus Wilhelmus Arnoldus Hetterschijt had
gekozen voor het beroep van onderwijzer.
Johannes Hendrikus Hetterschijt senior overleed op 9 januari 1956, terwijl zijn echtgenote eerder op 14 november 1950 was overleden.
|